Ezel verveelde zich.

Hij liep naar een boom en schuurde met zijn hoofd tegen die boom aan. Hij dacht goed na. Hij dacht aan hoe het was om een vriendje te hebben! Waar je lekker mee kan spelen!

Ezel keek naar twee rupsen die met elkaar tikkertje speelde. Hij zuchtte en dacht : IK WIL EEN VRIENDJE!

Ezel rende naar mama ezel en vroeg : Hoe heb jij vriendjes en vriendinnetjes gemaakt? Mama ezel antwoordde : Gewoon naar andere ezeltjes toe lopen en een beetje spelen!

MAAR IK WIL HELEMAAL GEEN EZEL ALS VRIENDJE! IK WIL EEN MENS!

Mama Ezel lachte : Haha! maar die wonen toch in het dorp!

Mama ezel lachte verder . Ezel was het zat!

Ezel liep weer naar de twee rupsen en vroeg : Hoe zijn jullie vriendjes geworden? De twee rupsen zeiden : Gewoon naar elkaar toe gaan! en ze kropen weg. Ezel was het nu echt zat en schreeuwde : IK WIL EEN VRIENDJE! Ezel dacht : Mama Ezel zei dat de mensen in het dorp leven! IK GA NAAR HET DORP!

Ezel huppelde en huppelde naar de rand van het bos! Daar was het! HET DORP! Ezel liep het dorp in en dacht: DIT IS HET DORP! Er kwam een heel klein , lief meisje op hem af Ezel zei: Hoi! Wil je mijn vriendje worden? Het meisje zei: Alleen als ik op je rug mag! Ezel zei: Ja hoor! het meisje sprong op zijn rug HUPLAKEE!

Zo liepen de ezel en het meisje het dorp door en s ‘avonds bracht hij het meisje naar huis en ging weer terug naar Mama Ezel.

De volgende ochtend sprong Ezel op en hinnikte als een gek.

alle dieren keken naar hem en schreeuwde tegelijk : EZEL WAT DOE JE? Ezel schudde zijn kop en zei : Ik heb een vriendje! alle dieren keken hem aan en rolde met hun ogen de rupsen kwamen er aan en èèn rups zei : HAHAHAHA! jij een vriendje! dat kan toch niet alle dieren lagen in een deuk.

Ezel was het zat en ging naar zijn vriendje toe. Hij liep naar haar huis, belde aan en daar was haar moeder! Ezel vroeg: Is Het meisje er? De moeder van het meisje zei : Ja ik zal haar even roepen. Het meisje kwam naar beneden en zei : Ezel! ze sprong op Ezels rug. Ezel zei : Wil je met me mee naar Mama Ezel? Het meisje zei : GRAAG GRAAG GRAAG!

Ze liepen naar mama ezel. Alle dieren keken Ezel en het meisje aan. De rups kwam er aan en zei : HÈ! hij heeft een vriendje!

De andere rups kwam er ook aan en zei: HÈ hij heeft inderdaad een vriendje! De rupsen zeiden : sorry dat we je niet geloofden...

Alle andere dieren kwamen er aan en zeiden het zelfde : Sorry dat we je ook niet geloofden... De rupsen stelde voor : Zullen we vriendjes worden Ezel knikte ja En alle dieren vroegen ook : Zullen we vriendjes worden? Ezel kon zijn ogen en oren NIET geloven! Wilden ze nou ALLEMAAL vriendjes worden? Ezel keek nog even naar alle dieren en toen knikte hij ja.

Sindsdien heeft Ezel heel veel vriendjes en is hij heel erg blij.

En het meisje?

Het meisje is nog steeds zijn beste vriendje!